Oude Ambachten Einighausen
Touwslager
Honderden jaren geleden maakte men al met de hand touwen. Vooral in de
16e en 17e was er veel vraag naar touw omdat er veel schepen gebouwd
werden. Om met schepen te kunnen varen was er veel touw nodig. Daarom
werd touwslager een belangrijk beroep.
Veel touwslagers werkten in de havensteden of in steden die via een rivier
goed verbonden waren met de zee. Als je daar je touwslagerij had, wist je zeker
dat er genoeg klanten waren om geld te verdienen.
Touwen werden gemaakt door verschillende soorten vezels in elkaar te
draaien, waardoor een heel sterk touw ontstond. Hoe meer vezels je in elkaar
draaide, hoe dikker het touw werd.
Deze vezels konden goed tegen het zoute zeewater. Dat was natuurlijk
belangrijk omdat veel schepen op zee voeren en dat is zout water. Niet alle
vezels kunnen goed tegen zout water.
Door de jaren heen werkten er heel veel kinderen in de touwslagersindustrie.
Wanneer jongens vroeger niet goed konden of wilden leren, konden ze gaan
werken bij de touwslager.
Ze werden dan raddraaier…..
Het werk van de kinderen was bijzonder belangrijk, omdat het draaien van de
vezels continu in dezelfde snelheid moest gebeuren. Het touw moest namelijk
overal even sterk zijn.
Vraag:
Wanneer en waarom stopte het ambacht van de touwslager?
Wanneer?
Waarom?